visie In de
jaren vijftig woedt de koude oorlog. Rusland en Amerika voeren
een politiek van
expansie, en het Oosten en Afrika doen van zich
spreken. Volgens Nabben, die in
de oorlog in het verzet heeft gezeten, moet Europa ontwaken. De beste start ligt
bij de jeugd: recreatiecentra moeten jongeren in staat stellen elkaar
internationaal te ontmoeten. Tevens worden er naar mogelijkheden gezocht om
tegenwicht te bieden aan het al te eenzijdige intellectualistische onderwijs.
Naar voorbeeld
van de Klassieken worden lichaam en geest in samenhang beschouwd.
Sport en cultuur geven betere mogelijkheden tot karaktervorming.
In de
na-oorlogse tijd kunnen de meeste ouders hun kinderen deze voorzieningen niet
bieden. Daarom moet het onderwijs dit doen, zodat
de jeugd ook in de vrije tijd
hiervan gebruik kan maken. Het kan
voorkomen dat ze “nozem” worden, zoals in
deze dagen zo vaak voorkomt. De jaren zestig staan voor de deur.
Als provisor en leraar van het Bisschoppelijk College in Weert is Jules Nabben
de motor van deze visie. Hij maakt in een vroeg stadium studie
van
onderwijsvormen in Amerika en Engeland. Vanaf het begin staat hem een campus
voor ogen. Hij wil een samenleving in het klein die zoveel mogelijk zichzelf kan
bedruipen, waarbinnen jongeren niet alleen studeren maar ook hun vrije tijd met
sport en spel bezig zijn.